Salar de Uyuni
Door: PiPi en Pipelori
16 April 2008 | Bolivia, Sucre
Ons eerste bezoek aan Bolivia viel middenin het regenseizoen. We wilden toen de zoutvlaktes van Salar de Uyuni bezoeken maar dat was ons destijds door de locals afgeraden. Door een hele laag water op de vlakte waren grote stukken destijds helemaal niet bereikbaar. Destijds hadden we besloten om, na Argentinië, speciaal voor de zoutvlaktes terug te gaan naar Bolivia.
Bij ons hostel in Tupiza maakten we in de ochtend kennis met onze twee medereizigers voor de komende dagen: Joost uit Nederland en Michael afkomstig uit Duitsland. Onze tassen kregen naast de gasfles en twee blauwe jerrycans met benzine een plek op de imperial van de oude, bruine Toyota jeep die ons voor de komende vier dagen meenam. Voorin bestuurde een oudere man de wagen en naast hem zat een speciaal ingezette kokkin. De komende tijd was zij hoofdverantwoordelijk voor het wel en wee van onze darmen.
Het was een prachtig landschap dat aan ons gezichtsveld voorbij trok. Onderweg stopten we een tijd bij een mooie canyon. De paar dorpjes waar we doorheen kwamen waren weinig opwindend. De kokkin slaagde tijdens de lunch prima voor haar eerste test. Ze had de achterklep van de jeep uitgeklapt en er een mooi rood-wit tafelkleedje overheen gespreid. Het leek wel kerstmis! Op het kleed diverse bordjes met broodjes, kaas, worst, uitjes, tomaat, komkommer en avocado. Het was eten zoals we ons wensten: lekker en gezond!
Na de lunch was het landschap redelijk saai zodat we een beetje met onze ogen dicht zaten en in dommelden. Om zes uur kwamen we op 4200 meter hoogte, in San Antonio de Lipez, aan. Het was een klein dorpje waar de langzaam ondergaande zon schitterend op de omliggende bergen scheen. De lucht was er dramatisch mooi. We sliepen met vieren op een zespersoons kamer bij mensen thuis. Een bezoek aan de badkamer maakte het “basic-gevoel” weer helemaal los. Douche en licht ontbraken. We moesten het slechts met een wc-pot zonder bril en een wastafel met een koud, pisstraaltje water doen. Wanneer je buiten voor het raam stond keek je zo naar binnen. Er hing geen gordijn. Om te voorkomen dat er iemand van jou plaskunsten mee kon genieten was er halverwege het vertrek een lap stof opgehangen dat toch nog voor enige privacy zorgde.
De volgende dag werden we om 4.45 uur door onze chauffeur gewekt. We hadden vandaag een lange dag voor de boeg. Het ontbijt viel, zo vroeg, bij allemaal erg zwaar op de maag. Buiten lag een dunne witte deken over de bergtoppen in de verte ten teken dat het vannacht lichtjes gesneeuwd had. Pipelori was behoorlijk misselijk geworden van het vroege ontbijt. Liever had ze niet meegegaan maar ze had weinig keus. Om zes uur was iedereen er klaar voor en werd de motor gestart. We stegen langzaam in de bergen. De zon kwam op. De eerste slingerweg bracht ons hoger en hoger. Bij oude ruines van een ooit Spaanse nederzetting inclusief kerkhof werden foto´s gemaakt. Pipelori maakte dit allemaal niet mee. Ze had het heel slecht en bleef in de auto. Ze vond het lekker dat we even stil stonden. In de boliviaanse bergen was het zoab ver te zoeken. Hier zorgen zandpaadjes met losse stenen ervoor dat alle inzittenden van de jeep met de regelmaat van de klok flink door elkaar geschud werden.
Om 7.30 uur, toen het leek alsof we al uren gereden hadden maar het toch nog vroeg was, reden we door. Niet veel later nam Pipelori een pil tegen hoogteziekte in. Op haar appèl stopte de chauffeur. Ze had het lang kunnen ophouden maar nu moest ze toch echt met de broek omlaag. Snel schoot ze de auto uit en ging langs de weg zitten. De stroom met krampen ontaardde in een groengelige natte massa...ja hoor...ze was weer terug aan de diarree. De afgelopen maand in Argentinië had ze nergens last van gehad maar binnen drie dagen in Bolivia was het weer helemaal terug van weggeweest! Omdat in de verte de andere jeeps omhoog kropen die we op elk uitkijkpunt weer tegenkwamen, ging PiPi met een wc-rol in het gezichtsveld van de jeeps staan. Eenmaal klaar kwam Pipelori omhoog en draaide zich om. Ze zag dat PiPi zijn aandacht inmiddels had verlegd naar het schieten van foto´s in de prachtige omgeving waar we stonden. Ze bedankte haar maatje hartelijk voor zijn galantheid. Die kon nog net op tijd de pleerol overhandigen. Na wat snel veegwerk werd de broek vliegensvlug opgehaald. De andere jeeps waren tot een meter of vijftien genaderd...
Het duurde niet lang voordat we bij “laguna morejon” stonden. Helaas konden we door een dikke laag mist de laguna niet zien maar dit leverde met de besneeuwde vlakte ervoor prachtige plaatjes op. Nadat de hoogteziektepil vanochtend in eerste instantie goed werkt was Pipelori toch weer erg ziek geworden. Tijdens de lunch kreeg ze dan ook slechts een paar pastawokkels door haar keel geduwd.
In de middag zagen we een aantal prachtige dingen. De laguna blanca was niet zo wit als zijn naam deed vermoeden. Volgens de chauffeur lag dat aan de tijd van het jaar. Door een klein riviertje stond dit in verbinding met laguna verder. De laatstgenoemde was echt schitterend: ergens in het midden van niets een plas met een haast Caribische azuurblauwe kleur en wat bergen er omheen. Jammer was dat er een koude, straffe wind stond en er dus golven op het meer stonden. Dat kwam de kwaliteit van de foto´s niet ten goede. Op 5000 meter hoogte aanschouwden we de geisers van sol de manana. Weer terug in de auto maakten we ons langzaam op voor het einde van dedag. Tevens was het tijd voor een kleine tussenbalans. Onze chauffeur was iemand die erg graag gek deed maar waar verder weinig zinnigs uit kwam. Met zijn gekdoenerij had hij onze medereizigers van begin 20 wel op zijn hand. Maar wij waren iets sceptischer. Hij reed voorzichtig dus dat was prima. We stoorden ons aan het feit dat hij, wanneer we ergens stopten om foto´s te nemen, altijd hetzelfde verhaaltje afdraaide en nooit een wat meer achtergrondinformatie gaf. We mochten dan de auto uit om foto´s te nemen. Veel diepgang had de man niet. Wanneer zijn toeristen de wagen uit gingen bleef hij gewoon lekker achter zijn stuur zitten. Hij moest zelf weten wat hij deed, maar op ons kwam hij erg ongeinteresseerd over. En als we buiten dan foto´s maakten ,dan gebeurde hetgeen waar wij de meest problemen mee hebben wanneer je aan iets georganiseerds meedoet, te vaak: op een moie plek wil je wat langer blijven kijken, genieten, stil staan...en NIET na vijf minuten het geluid van een ongeduldige claxon horen ten teken dat we weer gingen!!! Ook vonden we de lange afstanden een probleem. Inmiddels zaten we sinds onze vroege start van vanochtend al weer 10 uur in de auto. Het voelde alsof we, voor de tweede dag op rij, van A naar B aan het reizen waren.
We reden langs de laguna colorada toen de chauffeur zijn toeristen meedeelde dat we eerst een kamer gingen scoren en dan terug zouden rijden om de laguna te bekijken. Huh...we reden er nu toch langs?! Wat baalden we. We konden steeds minder fut opbrengen om iedere keer weer in- en uit de auto te stappen. Als we een guesthouse hadden dan wilden we even op bed liggen...we waren gaar gestuiterd.
Om 16.30 uur werd de jeep voor een basic guesthouse geparkeerd. We moesten blijven zitten terwijl de chauffeur ging vragen of er wel plek was. Huh...was er dan niets gereserveerd?! Een minpunt wat we de chauffeur niet konden aanrekenen. Als je een trip met overnachtingen organiseert dan weet je toch waar je slaapt? Dan reserveer je toch? Blijkbaar niet. Had vast met de Zuid-Amerikaanse mentaliteit te maken. In ieder geval kwam onze baas terug met de mededeling dat het hier vol zat en startte de motor. Bij het volgende guesthouse moesten we ook even in de auto blijven zitten. Gelukkig was er hier wel plek. Gelukkig, we konden hier slapen en namen meteen de backpacks in ontvangst die de chauffeur van het dak had gehaald.
We kregen een kamer met zes stenen bedden toegewezen en maakten aanstalten om even te gaan liggen. Sterker nog: Joost lag al. Door de openstaande deur verscheen onze immer lachende chauffeur. Of we nog meegingen naar de laguna colorada...iedereen keek elkaar aan...en van elkaar naar de grond...er viel een pijnlijke stilte. Een stilte waaraan je kunt horen dat iedereen eigenlijk niet wil. Maar niemand durfde zijn mond open te trekken om onze baas niet te beledigen. Het resultaat van zo´n dood moment is altijd dat je tegen je zin in wat gaat doen. De vier gare, makke toeristenschaapjes klommen de jeep dus weer in.
Toch waren we blij dat we meegegaan waren. Het was maar vijf minuutjes met de jeep en de laguna, op 4300 meter, was erg mooi. Aan de voet van een berg bevond zich een rood meer met flamingo´s. Last van de claxon hadden we dit keer niet. Bij het meer stond een bordje dat het verboden was te toeteren! Terug in het hostel kregen we te eten. Pipelori had nog steeds geen honger maar werkte voor haar fatsoen ten opzichte van de kokkin een bakbanaan naar binnen. Ze had het koud en vroeg om een warmwater kruik. Met een met warm water gevulde plastic tweeliter fles viel ze als een blok in slaap. Mijn god, wat was ze blij dat ze het vandaag overleefd had.
De volgende ochtend lag PiPi al even wakker en moest aardig plassen. Hij probeerde het op te houden en draaide in bed van links naar rechts. Hij had geen idee hoe laat het was maar toen er ergens in de gang voor onze kamer een radio met te hard plaatselijke jengelmuziek die de grens nooit zou overgaan aangezet werde schoot hij, redelijk geirriteerd, zijn schoenen in en stoof in boxershort de gang op. Op een tafel op weg naar de wc speelde een oud, klein transistorradiootje op batterijen. In het voorbijgaan werd de volumeknop op 0 gezet. Het was weer stil. Toen de muziek onder het geluid van een aantal plasstralen weer vrolijk door ging was de maat vol. Het gare ding ging zonder pardon mee onder zijn arm. De meezingende vrouw liep nog achter hem aan maar was te laat. Danzij een bergschoen in maatje 43 kreeg ze de deur niet meer open. Na haar klaagzang aan de deur mompelde PiPi iets over een “kutradio” en “zo vroeg in de morgen”. Klaarwakker maar met een tevreden gevoel dook hij terug zijn bed in.
Een tijdje later werden we door onze chauffeur gewekt. 6.30 uur. Iedereen was er vrij snel uit. Pipelori had vanaf gisterenavond niets meer gehoord en had zeer goed geslapen. Ze voelde zich goed. Na een ontbijt van pannenkoeken en thee vertrokken we om 8.00 uur. Op een plek waar volgens onze gids bij vulkaanuitbarstingen heel wat jaren geleden grote stukken steen terecht gekomen waren stopten we. Door de erosie en de in de woestijn soms tot 100 km/uur oplopende windsnelheden waren de stenen in allerlei aparte vormen geschapen. Het mooiste voorbeeld was de arbel (boom) de piedra.
Bij een meer zagen we wederom flamingo´s in het wild. De roze kleur dankten deze dieren aan de mineralen waarmee ze zich voeden in dit gebied wat eens oceaan was. Ze waren een beetje schuw getuige het feit dat ze van je wegliepen wanneer je ze benaderde om een close-upje te schieten.
“PWEP PWEP”...binnen vijf minuten verstoorde de nog steeds in zijn Toyota zittende Piet Paniek de prachtige, serene rust alweer door flink op zijn claxon te rammelen. In tegenstelling tot gisteren was het nu windstil wat voor enkele surrealistische spiegelfoto´s in laguna honda zorgde.
De lunch vond plaats op de oever aan de laguna hedionda waar het heerlijk rustig was. Temeer omdat wij als eersten van de konvooi toeristenjeeps arriveerden. Opnieuw kregen we gezond en lekker eten. De gebakken schnitzel ging gepaard met aardappelen, bloemkool, brocolli, wortel, tomaat, komkommer en mais. Met z´n vieren bespraken we de prachtige dingen die we in de ochtend gezien hadden. De natuur was schitterend. De middag bleek heel wat minder interessant. Niet alleen omdat we langs haast iedere laguna reden zonder te stoppen. Nu waren ze, moeten we eerlijk toegeven, wat minder groot en mooi dan die van vanochtend. Het voelde alsof we in “go-go-go”-tempo de route aflegden om op tijd een slaapplaats te kunnen zoeken (degenen die niet weten wat een “go-go-go”-tempo is doen er verstandig aan om het allereerste Peking Express seizoen, van Moskou liftend naar Peking in 2005, nog eens te bekijken en met speciale aandacht de verrichtingen te volgen van Reinier). Stopten we dan helemaal nergens meer? Jawel hoor...toen we allemaal weer redelijk gaar waren en naar het einde van de dag verlangden werd de jeep stil gezet bij oninteressante plantjes. De chauffeur brabbelde wat, kroop warempel uit de auto en nodigde iedereen uit om foto´s te maken. Iedereen bleef zitten. De plantjes kregen slechts wat water van Michael en PiPi. Terwijl de chauffeur inmiddels weer achter het stuur was gaan zitten mekkerde hij tegen de kokkin iets over geen interesse...
De laatste dag werden we om 5.00 uur gewekt om de zonsopgang op de Salar te bekijken. Omdat we aan de rand van de zoutvlaktes geslapen hadden waren we er zo. De chauffeur vertelde dat de zoutvlakte een oppervlakte van 12.000 km2 en op de diepste punten 120 meter diep was. Na een minuut of tien rijden stopten we om naar de zonsopgang te kijken. Vanuit de auto constateerden we dat die niet zo bijzonder was en bleven lekker zitten.
Isla del Pescado was een prachtig eiland middenop de zoutvlakte helemaal begroeid met cactussen. Heel apart. Na het ontbijt was het tijd om rare foto´s te maken op de zoutvlakte. PiPi nam plaats op een pakje Marlboro. We reden naar het midden van de zoutvlaktes en daar liet de chauffeur een bonk met zoutkristallen zien die hij met een schroevendraaier uit het zout gepord had. We zagen verder een hotel gemaakt van zout en zagen kleine bergjes met zout. Deze ontstonden door het afschrapen van de bovenste laag zout. Nadat de zoutkristallen gedroogd waren werd het in vrachtwagens getransporteerd voor verwerking.
Na een prima afscheidsmaaltijd was het eindelijk tijd om de laatste etappe, naar Uyuni, af te leggen. Gelukkig waren we er binnen een kwartier. Hè, hè, we waren blij dat het afgelopen was. Maar eerst reden we nog naar een treinkerkhof. Daar zaten we nu echt niet op te wachten maar het was leuk om te zien. Om 13.30 uur was de vierdaagse trip dan toch echt afgelopen.
Vanuit Bolivia gingen we richting Argentinië om de watervallen van Foz du Iguazu te bezoeken en onze reis af te sluiten met drie weken Brazilië. Binnenkort de voorlopig laatste aflevering van onze avonturen.
PiPi en Pipelori
Bij ons hostel in Tupiza maakten we in de ochtend kennis met onze twee medereizigers voor de komende dagen: Joost uit Nederland en Michael afkomstig uit Duitsland. Onze tassen kregen naast de gasfles en twee blauwe jerrycans met benzine een plek op de imperial van de oude, bruine Toyota jeep die ons voor de komende vier dagen meenam. Voorin bestuurde een oudere man de wagen en naast hem zat een speciaal ingezette kokkin. De komende tijd was zij hoofdverantwoordelijk voor het wel en wee van onze darmen.
Het was een prachtig landschap dat aan ons gezichtsveld voorbij trok. Onderweg stopten we een tijd bij een mooie canyon. De paar dorpjes waar we doorheen kwamen waren weinig opwindend. De kokkin slaagde tijdens de lunch prima voor haar eerste test. Ze had de achterklep van de jeep uitgeklapt en er een mooi rood-wit tafelkleedje overheen gespreid. Het leek wel kerstmis! Op het kleed diverse bordjes met broodjes, kaas, worst, uitjes, tomaat, komkommer en avocado. Het was eten zoals we ons wensten: lekker en gezond!
Na de lunch was het landschap redelijk saai zodat we een beetje met onze ogen dicht zaten en in dommelden. Om zes uur kwamen we op 4200 meter hoogte, in San Antonio de Lipez, aan. Het was een klein dorpje waar de langzaam ondergaande zon schitterend op de omliggende bergen scheen. De lucht was er dramatisch mooi. We sliepen met vieren op een zespersoons kamer bij mensen thuis. Een bezoek aan de badkamer maakte het “basic-gevoel” weer helemaal los. Douche en licht ontbraken. We moesten het slechts met een wc-pot zonder bril en een wastafel met een koud, pisstraaltje water doen. Wanneer je buiten voor het raam stond keek je zo naar binnen. Er hing geen gordijn. Om te voorkomen dat er iemand van jou plaskunsten mee kon genieten was er halverwege het vertrek een lap stof opgehangen dat toch nog voor enige privacy zorgde.
De volgende dag werden we om 4.45 uur door onze chauffeur gewekt. We hadden vandaag een lange dag voor de boeg. Het ontbijt viel, zo vroeg, bij allemaal erg zwaar op de maag. Buiten lag een dunne witte deken over de bergtoppen in de verte ten teken dat het vannacht lichtjes gesneeuwd had. Pipelori was behoorlijk misselijk geworden van het vroege ontbijt. Liever had ze niet meegegaan maar ze had weinig keus. Om zes uur was iedereen er klaar voor en werd de motor gestart. We stegen langzaam in de bergen. De zon kwam op. De eerste slingerweg bracht ons hoger en hoger. Bij oude ruines van een ooit Spaanse nederzetting inclusief kerkhof werden foto´s gemaakt. Pipelori maakte dit allemaal niet mee. Ze had het heel slecht en bleef in de auto. Ze vond het lekker dat we even stil stonden. In de boliviaanse bergen was het zoab ver te zoeken. Hier zorgen zandpaadjes met losse stenen ervoor dat alle inzittenden van de jeep met de regelmaat van de klok flink door elkaar geschud werden.
Om 7.30 uur, toen het leek alsof we al uren gereden hadden maar het toch nog vroeg was, reden we door. Niet veel later nam Pipelori een pil tegen hoogteziekte in. Op haar appèl stopte de chauffeur. Ze had het lang kunnen ophouden maar nu moest ze toch echt met de broek omlaag. Snel schoot ze de auto uit en ging langs de weg zitten. De stroom met krampen ontaardde in een groengelige natte massa...ja hoor...ze was weer terug aan de diarree. De afgelopen maand in Argentinië had ze nergens last van gehad maar binnen drie dagen in Bolivia was het weer helemaal terug van weggeweest! Omdat in de verte de andere jeeps omhoog kropen die we op elk uitkijkpunt weer tegenkwamen, ging PiPi met een wc-rol in het gezichtsveld van de jeeps staan. Eenmaal klaar kwam Pipelori omhoog en draaide zich om. Ze zag dat PiPi zijn aandacht inmiddels had verlegd naar het schieten van foto´s in de prachtige omgeving waar we stonden. Ze bedankte haar maatje hartelijk voor zijn galantheid. Die kon nog net op tijd de pleerol overhandigen. Na wat snel veegwerk werd de broek vliegensvlug opgehaald. De andere jeeps waren tot een meter of vijftien genaderd...
Het duurde niet lang voordat we bij “laguna morejon” stonden. Helaas konden we door een dikke laag mist de laguna niet zien maar dit leverde met de besneeuwde vlakte ervoor prachtige plaatjes op. Nadat de hoogteziektepil vanochtend in eerste instantie goed werkt was Pipelori toch weer erg ziek geworden. Tijdens de lunch kreeg ze dan ook slechts een paar pastawokkels door haar keel geduwd.
In de middag zagen we een aantal prachtige dingen. De laguna blanca was niet zo wit als zijn naam deed vermoeden. Volgens de chauffeur lag dat aan de tijd van het jaar. Door een klein riviertje stond dit in verbinding met laguna verder. De laatstgenoemde was echt schitterend: ergens in het midden van niets een plas met een haast Caribische azuurblauwe kleur en wat bergen er omheen. Jammer was dat er een koude, straffe wind stond en er dus golven op het meer stonden. Dat kwam de kwaliteit van de foto´s niet ten goede. Op 5000 meter hoogte aanschouwden we de geisers van sol de manana. Weer terug in de auto maakten we ons langzaam op voor het einde van dedag. Tevens was het tijd voor een kleine tussenbalans. Onze chauffeur was iemand die erg graag gek deed maar waar verder weinig zinnigs uit kwam. Met zijn gekdoenerij had hij onze medereizigers van begin 20 wel op zijn hand. Maar wij waren iets sceptischer. Hij reed voorzichtig dus dat was prima. We stoorden ons aan het feit dat hij, wanneer we ergens stopten om foto´s te nemen, altijd hetzelfde verhaaltje afdraaide en nooit een wat meer achtergrondinformatie gaf. We mochten dan de auto uit om foto´s te nemen. Veel diepgang had de man niet. Wanneer zijn toeristen de wagen uit gingen bleef hij gewoon lekker achter zijn stuur zitten. Hij moest zelf weten wat hij deed, maar op ons kwam hij erg ongeinteresseerd over. En als we buiten dan foto´s maakten ,dan gebeurde hetgeen waar wij de meest problemen mee hebben wanneer je aan iets georganiseerds meedoet, te vaak: op een moie plek wil je wat langer blijven kijken, genieten, stil staan...en NIET na vijf minuten het geluid van een ongeduldige claxon horen ten teken dat we weer gingen!!! Ook vonden we de lange afstanden een probleem. Inmiddels zaten we sinds onze vroege start van vanochtend al weer 10 uur in de auto. Het voelde alsof we, voor de tweede dag op rij, van A naar B aan het reizen waren.
We reden langs de laguna colorada toen de chauffeur zijn toeristen meedeelde dat we eerst een kamer gingen scoren en dan terug zouden rijden om de laguna te bekijken. Huh...we reden er nu toch langs?! Wat baalden we. We konden steeds minder fut opbrengen om iedere keer weer in- en uit de auto te stappen. Als we een guesthouse hadden dan wilden we even op bed liggen...we waren gaar gestuiterd.
Om 16.30 uur werd de jeep voor een basic guesthouse geparkeerd. We moesten blijven zitten terwijl de chauffeur ging vragen of er wel plek was. Huh...was er dan niets gereserveerd?! Een minpunt wat we de chauffeur niet konden aanrekenen. Als je een trip met overnachtingen organiseert dan weet je toch waar je slaapt? Dan reserveer je toch? Blijkbaar niet. Had vast met de Zuid-Amerikaanse mentaliteit te maken. In ieder geval kwam onze baas terug met de mededeling dat het hier vol zat en startte de motor. Bij het volgende guesthouse moesten we ook even in de auto blijven zitten. Gelukkig was er hier wel plek. Gelukkig, we konden hier slapen en namen meteen de backpacks in ontvangst die de chauffeur van het dak had gehaald.
We kregen een kamer met zes stenen bedden toegewezen en maakten aanstalten om even te gaan liggen. Sterker nog: Joost lag al. Door de openstaande deur verscheen onze immer lachende chauffeur. Of we nog meegingen naar de laguna colorada...iedereen keek elkaar aan...en van elkaar naar de grond...er viel een pijnlijke stilte. Een stilte waaraan je kunt horen dat iedereen eigenlijk niet wil. Maar niemand durfde zijn mond open te trekken om onze baas niet te beledigen. Het resultaat van zo´n dood moment is altijd dat je tegen je zin in wat gaat doen. De vier gare, makke toeristenschaapjes klommen de jeep dus weer in.
Toch waren we blij dat we meegegaan waren. Het was maar vijf minuutjes met de jeep en de laguna, op 4300 meter, was erg mooi. Aan de voet van een berg bevond zich een rood meer met flamingo´s. Last van de claxon hadden we dit keer niet. Bij het meer stond een bordje dat het verboden was te toeteren! Terug in het hostel kregen we te eten. Pipelori had nog steeds geen honger maar werkte voor haar fatsoen ten opzichte van de kokkin een bakbanaan naar binnen. Ze had het koud en vroeg om een warmwater kruik. Met een met warm water gevulde plastic tweeliter fles viel ze als een blok in slaap. Mijn god, wat was ze blij dat ze het vandaag overleefd had.
De volgende ochtend lag PiPi al even wakker en moest aardig plassen. Hij probeerde het op te houden en draaide in bed van links naar rechts. Hij had geen idee hoe laat het was maar toen er ergens in de gang voor onze kamer een radio met te hard plaatselijke jengelmuziek die de grens nooit zou overgaan aangezet werde schoot hij, redelijk geirriteerd, zijn schoenen in en stoof in boxershort de gang op. Op een tafel op weg naar de wc speelde een oud, klein transistorradiootje op batterijen. In het voorbijgaan werd de volumeknop op 0 gezet. Het was weer stil. Toen de muziek onder het geluid van een aantal plasstralen weer vrolijk door ging was de maat vol. Het gare ding ging zonder pardon mee onder zijn arm. De meezingende vrouw liep nog achter hem aan maar was te laat. Danzij een bergschoen in maatje 43 kreeg ze de deur niet meer open. Na haar klaagzang aan de deur mompelde PiPi iets over een “kutradio” en “zo vroeg in de morgen”. Klaarwakker maar met een tevreden gevoel dook hij terug zijn bed in.
Een tijdje later werden we door onze chauffeur gewekt. 6.30 uur. Iedereen was er vrij snel uit. Pipelori had vanaf gisterenavond niets meer gehoord en had zeer goed geslapen. Ze voelde zich goed. Na een ontbijt van pannenkoeken en thee vertrokken we om 8.00 uur. Op een plek waar volgens onze gids bij vulkaanuitbarstingen heel wat jaren geleden grote stukken steen terecht gekomen waren stopten we. Door de erosie en de in de woestijn soms tot 100 km/uur oplopende windsnelheden waren de stenen in allerlei aparte vormen geschapen. Het mooiste voorbeeld was de arbel (boom) de piedra.
Bij een meer zagen we wederom flamingo´s in het wild. De roze kleur dankten deze dieren aan de mineralen waarmee ze zich voeden in dit gebied wat eens oceaan was. Ze waren een beetje schuw getuige het feit dat ze van je wegliepen wanneer je ze benaderde om een close-upje te schieten.
“PWEP PWEP”...binnen vijf minuten verstoorde de nog steeds in zijn Toyota zittende Piet Paniek de prachtige, serene rust alweer door flink op zijn claxon te rammelen. In tegenstelling tot gisteren was het nu windstil wat voor enkele surrealistische spiegelfoto´s in laguna honda zorgde.
De lunch vond plaats op de oever aan de laguna hedionda waar het heerlijk rustig was. Temeer omdat wij als eersten van de konvooi toeristenjeeps arriveerden. Opnieuw kregen we gezond en lekker eten. De gebakken schnitzel ging gepaard met aardappelen, bloemkool, brocolli, wortel, tomaat, komkommer en mais. Met z´n vieren bespraken we de prachtige dingen die we in de ochtend gezien hadden. De natuur was schitterend. De middag bleek heel wat minder interessant. Niet alleen omdat we langs haast iedere laguna reden zonder te stoppen. Nu waren ze, moeten we eerlijk toegeven, wat minder groot en mooi dan die van vanochtend. Het voelde alsof we in “go-go-go”-tempo de route aflegden om op tijd een slaapplaats te kunnen zoeken (degenen die niet weten wat een “go-go-go”-tempo is doen er verstandig aan om het allereerste Peking Express seizoen, van Moskou liftend naar Peking in 2005, nog eens te bekijken en met speciale aandacht de verrichtingen te volgen van Reinier). Stopten we dan helemaal nergens meer? Jawel hoor...toen we allemaal weer redelijk gaar waren en naar het einde van de dag verlangden werd de jeep stil gezet bij oninteressante plantjes. De chauffeur brabbelde wat, kroop warempel uit de auto en nodigde iedereen uit om foto´s te maken. Iedereen bleef zitten. De plantjes kregen slechts wat water van Michael en PiPi. Terwijl de chauffeur inmiddels weer achter het stuur was gaan zitten mekkerde hij tegen de kokkin iets over geen interesse...
De laatste dag werden we om 5.00 uur gewekt om de zonsopgang op de Salar te bekijken. Omdat we aan de rand van de zoutvlaktes geslapen hadden waren we er zo. De chauffeur vertelde dat de zoutvlakte een oppervlakte van 12.000 km2 en op de diepste punten 120 meter diep was. Na een minuut of tien rijden stopten we om naar de zonsopgang te kijken. Vanuit de auto constateerden we dat die niet zo bijzonder was en bleven lekker zitten.
Isla del Pescado was een prachtig eiland middenop de zoutvlakte helemaal begroeid met cactussen. Heel apart. Na het ontbijt was het tijd om rare foto´s te maken op de zoutvlakte. PiPi nam plaats op een pakje Marlboro. We reden naar het midden van de zoutvlaktes en daar liet de chauffeur een bonk met zoutkristallen zien die hij met een schroevendraaier uit het zout gepord had. We zagen verder een hotel gemaakt van zout en zagen kleine bergjes met zout. Deze ontstonden door het afschrapen van de bovenste laag zout. Nadat de zoutkristallen gedroogd waren werd het in vrachtwagens getransporteerd voor verwerking.
Na een prima afscheidsmaaltijd was het eindelijk tijd om de laatste etappe, naar Uyuni, af te leggen. Gelukkig waren we er binnen een kwartier. Hè, hè, we waren blij dat het afgelopen was. Maar eerst reden we nog naar een treinkerkhof. Daar zaten we nu echt niet op te wachten maar het was leuk om te zien. Om 13.30 uur was de vierdaagse trip dan toch echt afgelopen.
Vanuit Bolivia gingen we richting Argentinië om de watervallen van Foz du Iguazu te bezoeken en onze reis af te sluiten met drie weken Brazilië. Binnenkort de voorlopig laatste aflevering van onze avonturen.
PiPi en Pipelori
-
17 April 2008 - 06:46
Nancy:
hoi,
Weer enorm van jullie foto's genoten ;-)
kus -
17 April 2008 - 17:43
Tiggels Uit Delft:
Hallo lieverds,
Heerlijk na een dag hard werken om dan jullie verhaal te mogen lezen. Je komt er helemaal van bij. Nog een paar dagen maar jullie moeten nog wel volop genieten en schrijven hoor. Anders gaan we het nu al missen en dat zou HEEL ERG JAMMER ZIJN!
Liefs van Henk, Helma, Alicia en Ferry. -
17 April 2008 - 18:50
De Buurtjes:
Wat een geweldig mooie foto's weer deze keer.
Jullie zullen nooit uitverteld raken over deze unieke tijd in je leven, het moet een geweldige ervaring zijn om dit allemaal mee te mogen maken.
Over 10 daagjes is het zover, jullie huis wordt op dit moment weer helemaal gekuisd zodat je in een gespreid bedje terugkomt.
Geniet er nog even met volle teugen van.
Liefs,
de buurtjes -
17 April 2008 - 19:23
Jan Van Pul:
Alweer een prachtig verhaal en geweldige foto's. Bijna aan het eind gekomen van een bijzondere tijd? Ik mis nu al jullie bijzondere verhalen. Het ga julie goed -
17 April 2008 - 20:12
Kees En Francy:
Hoi,
Leuk dat we weer wat van jullie horen(lezen).Nu op naar de laatste etappe. We zijn benieuwd hoe de Amazone is en wat voor prachtige plaatjes die weer opleveren.Geniet nog even voor je hier weer in een "keurslijf" moet. Tot gauw!
Groetjes van Kees, Francy en de kids. -
18 April 2008 - 20:22
Ineke, Jaap & Kids:
Hoi luitjes,
Wel laat maar ik kom toch nog even met een reactie! Wat een vreemd landschap zeg, zo woestijnachtig. Heb erg met je te doen gehad hoor Mirjam toen je zo ziek was de eerste dag. Wat een raar gezicht he, die zoutbergjes klaar voor transport. Zo bedenk je dat toch niet als je een busje in de winkel koopt. Die cacus op Isla lijkt wel "de vinger"! Nog maar weinig tijd dus dubbel genieten.
Veel liefs van ons allemaal uit Culemborg. -
29 April 2008 - 15:04
Helma, :
In Oostenrijk...... jullie laatste verslag gelezen. Wat een geweldige ervaring deze reis! het was leuk, al was het wat laat toch nog mee te genieten.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley