Stille nacht - Reisverslag uit Cuenca, Ecuador van pipienpipelori - WaarBenJij.nu Stille nacht - Reisverslag uit Cuenca, Ecuador van pipienpipelori - WaarBenJij.nu

Stille nacht

Door: PiPi en Pipelori

Blijf op de hoogte en volg

05 Januari 2008 | Ecuador, Cuenca

Twee dagen voor kerstmis kwamen we in Cuenca aan. Na een dag in de stad rondgelopen te hebben kregen we het idee om iets speciaals met kerstmis te doen. Na een bezoek aan het toeristeninformatiecentrum namen we op eerste kerstdag 's-ochtends vroeg de bus naar het nationale park "Cajas".

Na een uurtje bussen werden we om 8.00 uur aan de tweebaansasfaltweg afgezet bij de enige accommodatie, "refugio", in het nationale park Cajas. In dit gebied van 28.000 hectare bevonden zich 235 meren en lagunes. We liepen een van keitjes voorzien zandpad af en namen de omgeving in ons op. De refugio lag op 3900 meter schitterend aan het "Toreadora"-meer. Het waaide flink en het was een stuk kouder dan we in Cuenca, op 2500 meter, gewend waren. Drie eigenwijze lama's bekeken ons met argusogen.

Aan zijn duffe kop te zien was de bewaker, en tevens receptionist, net wakker. We volgden hem naar de receptie waar we $ 10 p.p. parkfee betaalden plus $ 8 voor een overnachting. Hij vroeg of we gingen lopen en hoeveel uur we in gedachten hadden. "Vier tot zes uur" antwoordden we. Op een te voorschijn gehaalde kaart van het park tekende hij een route uit die we konden lopen. Wanneer je op je gemakje liep en onderweg foto's nam zou de tocht een uur of vijf vergen. We moesten eerst via de asfaltweg verder omhoog lopen en na anderhalve kilometer bij een leegstaand huis rechtsaf de bergen in hobbelen. Op een gegeven moment moesten we bij een splitsing rechts aanhouden en weer een stuk later dienden we bij een meer wederom rechtsaf te slaan en niet rechtdoor te lopen. Vervolgens ging hij voorop om onze kamer te laten zien. In de keuken bevolkten onafgewassen pannen met etensresten, kartonnen dozen en plastic tasjes met eten de blauwe, veelal afgebroken tegels. Op het aanrechtblad waren genoeg aanwijzingen dat er net gegeten was maar niet schoongemaakt.

Via de keuken volgden we de bewaker een krakende houten trap op. Hij zwaaide de deur open van een kamertje waarvoor een student in woningnood zijn neus voor zou ophalen. Het interieur bestond uit een stapelbed voorzien van slechts één matras en voor het drieluikraam, waarvan de middelste ruit vervangen was door een uitgevouwen kartonnen doos, stond een tweeplanks stellage die zo gammel was dat ze hem bij Ikea niet eens zouden verkopen. Onder een van de poten zorgde het handvat van een bijl voor de benodigde balans. De bewaker haastte zich te zeggen dat hij voor een tweede matras zou zorgen. De badkamer was niet door een binnenhuisarchitect ontworpen. Aan de muur prijkten dezelfde blauwe, half kapotte tegels dan in de keuken. Het met sproeipoep bespetterde toilet, waarvan de stortbak, voorzien van lege kokers van wat eens toiletrollen waren, dienst weigerde. Doorspoelen deed je door een afgezaagde vijfliter fles water te vullen in het wastafeltje. Hieronder was zo te zien ooit eens een lekkage geweest. De tegels waren er afgehakt maar waren er na de oplossing van de loodgieter nooit meer tegenaan gemetseld. Bij de aanblik van de douchebak wisten we het meteen: zolang we hier bleven werd het geen douchen! Boven de douchebak, een slechts 40 centimeter hoog vierkanten randje, ontbrak de kraan. Het deed dienst als opslag voor vuile zwabbers.

We haalden onze backpack, voornamelijk voorzien van voedsel, leeg en stalden alles uit op het gammele rek. De enige meegebrachte reservekleding was een paar sokken en een schoon t-shirt. We waren natuurlijk gekomen om te hiken en voordat we gingen vulden we onze magen met een kippesoepje plus pan tostade voorzien van smeerkaas, tomaat en komkommer. In het kleine rugzakje pakten we zoute pinda's, een tablet chocolade, crackers met pizza smaak, een soort chocoprince koekjes afgewerkt met witte chocolade, onze poncho's, een fles water, een wc-rol, de camera en een stuk of zeven sigaretten.

Inmiddels hadden we onze truien aangedaan omdat het onverminderd koud was. We vroegen de bewaker nogmaals de route uit te leggen voordat we op pad gingen. Hij benadrukte vooral om niet te vergeten dat we overal rechtsaf moesten slaan. Om 9.45 uur vertrokken we en volgden de asfaltweg omhoog. We maakten meteen al een hoop foto's van de werkelijk adembenemende natuur. Voorts stonden we vaak stil om even te genieten. Een stukje van de weg af liepen we de natuur in en zagen achter een heuveltje wat kleine kreekjes liggen. Na een uur zagen we het leegstaande huisje en sloegen rechtsaf het pad de bergen in.

Het was een omhoog lopend modderpad voorzien van grote en kleine keien waar de paardehoeven hun sporen hadden achter gelaten. Het pad lag vol met rotsen, stenen, keien en kiezels waarop het erg vermoeiend was om goed te lopen zonder je voeten te verzwikken. We hadden geen zin in blubberschoenen en liepen dan ook aan de zijkant op een enigszins droge groene strook. Twee kleine laguna's zagen we een paar minuten later. Het leuke was dat je vanuit dit hogere punt nog steeds het Toreadora meer en andere meren kon zien. Nog eens een kwartier later konden we stellen dat we hoe hoger we kwamen hoe meer meren we zagen terwijl het uitzicht op de 'oude' meren behouden bleef. Werkelijk schitterend en heel bijzonder.

De omgeving was vanaf het eerste moment enorm indrukwekkend. In de verte leken de bergen bruin en niet bijzonder. Van dichtbij zag je de diversheid in vegetatie. Links en rechts waren de rotsen bedekt met een dikke laag van allerlei soorten mos, grassoorten, planten en vetplanten. Er waren weinig bomen en struiken, hooguit wat laag groeiende planten. Ongelofelijk dat je zo ongeveer ieder kwartier een nieuw meer of laguna zag. Ontelbare beekjes, kreekjes, riviertjes en watervalletjes zorgden ervoor dat het water naar en van de op verschillende hoogte liggende meren getransporteerd werd.

We genoten van de prachtige natuur, namen af en toe een kleine snack- en rookpauze, maakten veel foto's van dit prachtige park en we bleven maar tegen elkaar zeggen hoe mooi het was. Was het alleen maar voorspoed? Nee hoor. De wind was koud, de miezerregen was niet prettig en af en toe trok de mist, die rond de bergtoppen wachtte op het geschikte moment om af te dalen, een witte waas voor onze ogen zodat je niets meer zag. Ook PiPi's bergschoen begaf het. Niet de schoen zelf maar de zool flapte er onderuit. Die had zich in het midden al een tijd geleden los gemaakt van de schoen. Met een zool slechts nog aan de hak en de teen vast liep PiPi zo al een tijdje. De teen gaf het op en zo liep hij met een zool die zich alleen nog aan de hak vasthield. Bassie verdiende er zo zijn geld mee maar met een flapschoen over de rotsen was niet echt lekker. Het lukte niet om de zool er helemaal af te trekken dus moest hij zo verder.

Het pad volgend stonden we voor een splitsing. Een kleine berg keek ons aan. Het pad splitste zich hier en zo te zien kon je rechts en links om de berg. Het leek alsof je weer op hetzelfde punt uit zou komen maar omdat de bewaker ons benadrukt had altijd rechts aan te houden deden we dat. Niet veel later moest Pipelori poepen, iets wat zich al door de vele scheten aangekondigd had. Tussen een soort van helmgras liet ze haar broek zakken en moest nog flink haar best doen om de drol eruit te krijgen. De wind blies een afgrijselijke lucht in PiPi's neusgaten die hierdoor onmiddellijk ook de behoefte had om zijn broek op zijn enkels te gooien. Gebroedelijk naast elkaar lieten we onze hopen achter op de toch al bruine heuvels. Milieuvriendelijk als we waren werd het wc-papier verbrand. Voorts gingen lege verpakkingen mee in de broekzak en werden peuken bewaard in een leeg koekverpakkinkje. Wanneer we een door een imbeciel achtergelaten leeg flesje of blikje zagen konden we ons daar enorm over opwinden. Was het nou echt teveel moeite om je rommel niet in dit fantastische natuurgebied achter te laten?

Na een tijd geklommen te hebben liep het pad nu omlaag. De mist trok weer over ons heen. We zagen helemaal niets. De Lonely Planet had ons hiervoor gewaarschuwd. Je moest voor 16.00 uur terug zijn omdat je door dichte mist volledig gedesorienteerd kon raken. De wind was gaan liggen en dat maakte het een stuk aangenamer. Niet veel later werden we door een ruiter te paard ingehaald die alleen vroeg waar we heen gingen en weg was hij weer. Toen we weer op een soort t-splitsing uitkwamen volgden we wederom het pad dat naar rechts liep. Fijn dat de bewaker had verteld dat we rechts aan moesten houden want op de hele route was totaal niet aan bewegwijzering gedaan. Er stonden geen bordjes dus af en toe moest je maar hopen dat je goed liep.

Nadat we over het met louter losse keien en stenen lang omlaag lopende pad een bergkam gepasseerd waren zagen we twee meren vlakbij elkaar liggen. In de verte zagen we een visser aan de kant zijn geluk proberen. We daalden langzaam af en liepen langs het eerste meer. De kant was schitterend begroeid met gele bloemen. Opnieuw stonden we korte tijd stil om van de prachtige natuur te genieten en wederom te zeggen hoe mooi het was. Een vergelijking met onze 19-daagse trekking in Nepal werd gemaakt. Ook daar was de natuur van buitengewone schoonheid maar zag je best veel toeristen. Nu maakt dat op zich niets uit maar het was toch een stuk heerlijker wanneer je lekker samen liep en haast niemand zag. Tot nu toe alleen een ruiter en een visser. Geen toerist gezien!

Inmiddels begon het weer te miezeren en korte tijd later passeerden we het andere meer waarna we zoveel mogelijk rechts aanhielden. We stonden bij een samenvoeging van diverse in hoogteniveau verschillende stroompjes met die samen kwamen in een bassin met rotspartijen en grote keien waar je overheen kon lopen. Het samenspel eindigde met een klein watervalletje wat uitmondde in een riviertje dat het water afvoerde naar een lager gelegen meer. Over wat stenen in een stroompje staken we we over en kwamen op een omhoog lopend pad met roodbruin zand en, natuurlijk, stenen en rotsen.

Aan de linkerkant zagen we een lange, smalle waterval die we, na een foto, achter ons lieten. Het pad bleef maar links omhoog kronkelen. Het was in tegenstelling tot wat de bewaker gezegd had: rechts aanhouden. Iedere keer wanneer we 'boven' waren dan zag je dat het weer verder naar links en omhoog liep. We keken al een tijd uit naar een pad terug in de richting van het Toreadora-meer maar konden het niet vinden. Daarom besloten we, van het pad af, aan de rechterkant een heuvel op te klimmen. Dan hadden we een beter uitzicht en moesten we wat meer kunnen zien. Het begon harder te regenen en de poncho's moesten aan. Dwars door de laag groeiende vegetatie werden onze schoenen en de broek onder de knie snel vochtig.

Op de heuvel zagen we in de verte twee huisjes met oranje daken liggen. Ook zagen we dat de tweebaansweg dichtbij was. Wanneer we daar konden komen dan waren we zo thuis. We liepen terug naar het roodbruine pad dat we verder volgden. Een stuk verder was een groot meer aan de rechterkant. We zagen de huisjes met oranje daken weer en besloten de kortste weg, kriskras over de berg heen, naar de huisjes te volgen. Eerst moesten we een heuvel afdalen en toen moesten we de volgende heuvel weer opklimmen. Het was niet steil maar na zoveel uur lopen, inmiddels zeiknatte voeten en een gevoel dat we niet op het goede pad zaten was het een hele opgave. Pipelori bleef even achter toen PiPi naar het einde van de berg liep om te kijken of we de kortste weg konden lopen. De berg liep af en hield op. PiPi keek naar beneden en moest even slikken. Hij stond bovenop een klif die ergens tussen de 80 en 100 meter loodrecht naar beneden dook en uitkwam in een meer. Met geen enkele mogelijkheid konden we hier in de richting van de oranje daken komen.

Het was duidelijk dat het blijven volgen van het verder naar links omhoog lopende roodbruine pad betekende dat we verder weg van de huisjes en de weg zouden raken. We begonnen ons zorgen te maken. Een blik op de klok leerde dat het 17.00 uur was, we ruim zeven uur aan het lopen waren en het nog twee uur duurde voordat het donker werd. Pipelori kreeg een helder idee en pakte de van de bewaker gekregen kaart erbij. Tot zover hadden we alleen maar van de natuur genoten, foto's gemaakt, gebabbeld, gelachen, altijd gedacht dat we goed zaten en helemaal niet aan kaartlezen gedacht. Lekker slim! Op de uitgetekende route zagen we dat we allang ergens, nog voor de twee meren bij elkaar waar we de visser hadden gezien, rechtsaf hadden gemoeten. De enige optie was omkeren en proberen het door de bewaker aangegeven pad, nu dus aan de linkerkant, te vinden. Een lichtpuntje was dat het droog was en de poncho's weer opgeborgen konden worden.

In de andere richting liepen we het roodbruine pad af. Na ongeveer 20 minuten kwamen we bij de eerste van de twee meren aan. De visser die we een tijd geleden aan de waterkant hadden zien staan kwam over het pad aangelopen. Hij liep als een vliegtuig! Al snel stond hij voor ons en we vroegen hem het pad naar het Toreadora-meer. Dat wist hij wel en we konden achter hem aan lopen. We keerden weer om en konden het vliegtuig niet volgen. Hij landde, wachtte op ons en wees omhoog dat er een pad moest zijn en beende weg. We stonden weer bij het bassin waar de diverse stroompjes samenkwamen. Toen we daar stonden hadden we in ieder geval geen pad gezien. We klommen een kleine heuvel op om voor de zekerheid te kijken. Nergens een pad. Godverdomme! Zaten we in tijdnood, waren we moe, vreesden we het ergste en verspilden we nog tijd en energie door terug te lopen met een visser die de bergen waarschijnlijk wel kende als zijn broekzak maar wiens raad we niet op konden volgen. Wederom keerden we om. Het leek ons verstandig om zo hard mogelijk door te lopen. En hard moesten we lopen om hopelijk voor het donker terug te zijn. Zodoende werd er stevig doorgestapt. Nou ja, doorstappen... Het pad liep voortdurend omhoog en op deze hoogte moesten we regelmatig op adem komen.

Toen we eenmaal de twee meren weer gepasseerd waren moesten we een stuk verderop dus linksaf. Het roodbruine pad was overgegaan in een stenen pad met alleen keien en kiezels waarop je constant weg gleed. We kregen hoop. In de verte zagen we een rots waarvan we vanmorgen een foto van hadden gemaakt. Wanneer we daar waren zouden we de foto op het lcd-schermpje bekijken om te kijken hoe laat die genomen was. Dan konden we inschatten hoe lang het nog zou duren voordat we thuis waren. Voorlopig dachten we tussen 21.00 en 22.00 uur thuis te zijn.

Het pad bleef maar omhoog lopen. Tijdens een adempauze rookten we onze laatste sigaret. We waren kapot en bang dat we het niet op tijd zouden halen wanneer we links geen pad zouden zien. Het begon te schemeren. Pipelori dacht links een pad te zien en hoopvol liep ze erheen. Na enig kijkwerk zag ze, zwaar teleurgesteld, dat het toch geen pad was. Terug bij de op haar wachtende PiPi ging ze, helemaal kapot en moedeloos, op een steen zitten. Het werd haar te veel. Omhoog lopen was niet haar sterkste kant. En dat deden we al een hele tijd. Het einde was nog lang niet in zicht. Het vooruitzicht dat we misschien wel in de bergen moesten slapen was ook niet bepaald uitnodigend. Ze begon te huilen en wilde niet meer verder. PiPi zei dat we ook hier konden blijven. Maar eigenlijk hadden we geen keus. We moesten door. Zolang we wat konden zien moesten we blijven lopen en kijken of we het pad naar links konden vinden. Toen de tranen na een paar minuten opgedroogd waren gingen we verder. Hoe we ook keken we zagen geen pad. We liepen alleen maar met onze tong op onze schoenen omhoog. We kwamen op een vlakker stuk waarbij Pipelori een pad naar links ontdekte. Inmiddels was het donker maar het feit dat we een pad hadden gevonden gaf haar nieuwe energie.

In het donker moesten we het een stuk rustiger aan doen. Ondanks dat we erg voorzichtig waren zakten we verschillende keren tot over onze enkels in de modder of het water. De enige mogelijkheid om thuis te komen was het pad blijven volgen. Het was zo donker dat we geen diepte meer zagen. Na een tijdje twijfelden we of we zelfs nog wel op een pad liepen. Het was te gevaarlijk. De kans dat we echt zouden verdwalen of je je enkels zou verzwikken, verstuiken of breken was groot. We waren het er over eens: tot hier en niet verder. Het "worst case scenario" werd werkelijkheid...we moesten de nacht op 4000 meter doorbrengen en dan morgen maar door. Snacks en sigaretten waren op. Het enige wat we hadden was een voor een kwart gevulde fles water.

Het was 19.00 uur en we hadden, tot 6.00 uur op tweede kerstdag, ongeveer 11 uur voor de boeg die we in de kou moesten doorbrengen. Het enige wapen tegen de kou waren de poncho's. Die trokken we maar meteen aan. Het was een graad of vijf. We waren bang voor de regen en een koude wind. Voorlopig hadden we het nog warm vanwege het lopen. In de verte, door de mist, zagen we lampen onze kant opschijnen. Wauw, wat een geluk! Er waren mensen ons aan het zoeken. Het was de bewaker die ongerust een paar mensen had opgetrommeld en de bergen afstruinde op zoek naar ons. We riepen luidkeels "hola", "ayudarme", zwaaiden hoopvol met onze armen en staarden in de richting van de lichten. We kregen geen antwoord. Het rare was dat de lichten niet dichterbij kwamen en zelfs weer verdwenen. Na nog meer roepen en hopen kwamen we tot een conclusie. De zaklampen die door de mist schenen waren de koplampen van auto's die over de tweebaansweg reden. Hoe konden we gedacht hebben dat dat zaklampen waren? Was het de vermoeidheid of was het de hoop dat er iemand naar ons op zoek was?

Teleurgesteld keken we rond waar we nu eigenlijk waren. Het was aardedonker maar op de grond zagen we toch een rots uit de aarde aan de oppervlakte liggen. Half op elkaar en half op de steen liggend zochten we warmte bij elkaar. De kou trok gelijk je ledematen binnen en ook onze drijfnatte, bemodderde voeten waren binnen mum van tijd ijskoud. Hooguit 10 minuten hielden we dit vol. We stonden op. "Dit wordt een lange nacht" waren we het roerend met elkaar eens. Om het weer warm te krijgen begon PiPi te dansen, te lopen, te stampvoeten, te aerobicen en vanuit hurkzit op te springen etc. Pipelori deed ook mee maar was wat minder fanatiek.

Na een tijdje vonden we de ideale houding: op een grote witte steen zaten we met de benen tegen elkaar, de bovenlichamen voorover gebogen en de armen om je benen heen geslagen. Door je zo klein mogelijk maken hield je de meeste warmte vast. Zo zaten we minutenlang, zwijgend naast elkaar. We waren dan wel samen maar zaten ieder in eigen gedachten verzonken en zeiden niets. Helemaal niets. Het was een echte stille nacht.

Uiteindelijk kregen we het toch weer koud. Vooral PiPi deed regelmatig zijn oefeningen om weer op te warmen. Vooral zijn voeten leken te bevriezen en het duurde altijd wel een tijd voordat hij weer een beetje warm gesprongen was. Pipelori bleef voornamelijk zitten. Nadat er voor ons gevoel een paar uren verstreken waren wilden we aan de ene kant weten hoe laat het was en aan de andere kant ook weer niet. Deze gedachten hielden we vast en keken eens op de klok. Het was 22.00 uur, we zaten er inmiddels drie uur en moesten nog een hele tijd. Het begon te regenen. Het miezerde zachtjes. Omdat het de hele dag regelmatig geregend had hielden we er al rekening mee. Maar als het dan gebeurt is het niet leuk. Gelukkig viel het mee en was het na een kwartier weer droog.

De maan keek tussen de bewolking door en we konden opeens een stuk meer zien, wat erg prettig was. Het zitten op de steen hielden we niet meer vol. We wilden liggen om de stramme spieren wat te ontspannen. De enige ligmogelijkheid was in de modder. Helemaal prima! We gingen op onze kont zitten zodat de poncho's de meeste modder absorbeerden en onze jassen niet zo smerig zouden worden. De witte steen diende als kussen. Dit was wat beter vol te houden maar ook nu trok de koude weer snel in je lichaam. Na afwisselend liggen, zwijgen, warmspringen, denken hoe laat het was, liggen, zwijgen, warmspringen etc. checkten we de tijd opnieuw. 1.30 uur. Mooi, er waren weer tweëenhalf uur voorbij. Zo gleed onze stille nacht voorbij. Ondanks alles sneller dan we verwacht hadden.

Toen het 5.15 uur was stonden we allebei op en begonnen ons wederom warm te dansen en te springen. Om 5.30 uur begon het licht te worden. We wachtten nog een half uur voordat we om 6.00 uur alles goed konden zien en verder terug liepen. We deden het rustig aan omdat onze spieren stijf en stram waren. Voeg daarbij een nacht zonder slaap, geen avondeten, de negen uur durende wandeling van gisteren en dan weet je dat we best vermoeid waren. Vrij snel herkenden we een pad waarop we uitkwamen en zagen de tweebaansweg. Twee uur later, om 8.00 uur, meldden we ons bij de bewaker. Die vroeg waar we vandaan kwamen en het hele verhaal werd verteld. Nadat de bewaker eens flink had gelachen ging hij bellen. Hij moest de groep afbellen die geformeerd was om ons te zoeken!!!

PiPi en Pipelori

  • 05 Januari 2008 - 15:52

    TRUDY:

    Schitterende foto"s en video. Maar je kan wel zien aan jullie !! het slaaptekort.
    Toch wel weer ingehaalt ????
    Veel liefs en geniet van jullie verdere reis.
    Ik denk aan jullie, zorg goed voor elkaar.
    TRUDY *******.

  • 05 Januari 2008 - 19:51

    De Buurtjes:

    Allereerst willen we jullie een geweldig 2008 toewensen.
    Jullie zijn echte avonturiers,wat een spannend verhaal. Heb echt met bewondering voor jullie aan de pc gekluisterd het hele verhaal gelezen. Petje af dat je dan niet in paniek raakt zo in het holst van de nacht pikkedonker en ijskoud. En dat je dan nog zo positief kan vertellen over deze 1e kerstdag.Gaaf dat jullie hier zo van genieten.
    Groetjes,
    de buurtjes

  • 05 Januari 2008 - 20:56

    Odette:

    Hallo Luitjes,

    De beste wensen en een liefdevol 2008!!!
    Wat een verhaal weer zeg, jeetje dat jullie dit weer mee moeten maken. En wat hadden jullie toch weer een mooie luxe kamer.

    Kuzz Odette

  • 06 Januari 2008 - 10:55

    Ineke, Jaap & Kids:

    Hallo lieve luitjes,

    Wat een mooie foto's maar een nog mooier verhaal. Ik heb het samen met tante Pol ademloos gelezen. Het was inderdaad een stille nacht! Ik hoop dat jullie inmiddels weer een beetje warm geworden zijn want het loopt anders voor Mirjam zo lastig in een slaapzak. Jullie krijgen van iedereen hier de hartelijke groeten.
    Knuffels uit Culemborg

  • 13 Januari 2008 - 12:30

    Jan Van Pul:

    Elke keer als ik jullie verhalen lees denk ik: het kan nu niet spannender, avontuurlijker of gevaarlijker meer. Dit verhaal slaat natuurlijk alles. Ik heb jullie belevenis ademloos zitten lezen. En gelukkig: eind goed al goed. Op naar weer een nieuw avontuur..........

    Groetjes,

    Lia en Jan

  • 20 Januari 2008 - 10:27

    Marij:

    Oh wouw heerlijk om weer eens na een te lange tijd jullie ervaringen/verhaal/wereldfylosofie/ontberingen/ongelovelijke overlevingsdrang en super nuchtere mentaliteit te lezen!
    Het leven heeft toch wel "leuke" verrassingen in petto.....en ben OH zo super blij om dit verhaal te kunnen lezen, want dat betekent dat jullie nog steeds bezig zijn met de "tot werkelijkheid maken van jullie droom"!
    Chapeau, chapeau!!!!
    natuurlijk al het beste wat er maar te wensen valt voor 2008 en ik ben super trots op jullie!! hele dikke knuffels en heel veel liefs van mij xxxx
    ps wat een heerlijk begin van de zondag

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Ecuador, Cuenca

Mijn eerste reis

Recente Reisverslagen:

18 Mei 2008

Het slot van de reis

16 April 2008

Salar de Uyuni

18 Maart 2008

Argentinië

09 Februari 2008

De berg die mensen levend eet

26 Januari 2008

Als het allemaal eens wat tegen zit...

Actief sinds 11 Juni 2006
Verslag gelezen: 152
Totaal aantal bezoekers 49057

Voorgaande reizen:

16 Juni 2006 - 16 Juni 2008

Mijn eerste reis

Landen bezocht: