Tegenvallend Belize en prachtig Guatemala
Door: PiPi en Pipelori
16 Augustus 2007 | Guatemala, Nebaj
Vanaf Cancun in Mexico trokken we langzaam richting Belize. 's-Avonds bij de grens ontmoetten we Sepp, een Oostenrijker op zoek naar een goedkope slaapplaats en op weg naar "Caye Caulker", volgens de Lonely Planet een "paradijs" en een "laidback backpacker island". Sepp was er diverse keren geweest en vertelde over zijn nachtelijke visavonturen. We besloten om samen verder te gaan. Om de kosten voor beide partijen te drukken sliepen we op een driepersoonskamer. De volgende dag reisden we met een oude gele Amerikaanse schoolbus naar Belize City. Daar stapten we op de watertaxi die ons op Caye Caulker afzette.
Een zeer krachtige hurricane had het eiland in 1961 opgedeeld in twee stukken. Beide delen werden gescheiden door "the split", een geul van 25 meter breed waar een zeer sterke stroming stond. Het zuidereiland, 200 meter breed, was ingericht voor toerisme. Op het eerste gezicht zag het er aardig uit. Navraag op het eiland leerde dat er nauwelijks budgetaccommodatie was. Sepp bood ons aan om zijn huisje te betrekken. Hij trok bij zijn broer en een vriend in die ook op Caye Caulker waren. Het huisje was voorzien van een keukentje en een gammel badkamertje. We betaalden een week vooruit en sliepen voor omgerekend € 18,50 per nacht. Niet bepaald budget (bijna tweederde van ons dagbudget in Azië) maar wel het goedkoopste wat we konden krijgen. In de keuken bereidde de Pipelori onze eigen maaltijden en zo konden we toch binnen het budget blijven.
Het eiland bleek werkelijk volgebouwd met de typisch caraïbische gekleurde huisjes op palen waarvan er aardig wat aan de redelijk massaal aanwezige toeristen verhuurd werden. Backpackers? Nee. Iedereen kwam wel met een rugzak naar het eiland waar men een week uitblies na de tweewekelijkse georganiseerde reis door Mexico en Guatemala. Laidback? Tot op zekere hoogte wel. Er reden geen auto's en er waren geen geasfalteerde wegen. De golfkar was het uitgelezen vervoermiddel voor luie toeristen. Wij liepen blootvoets over de zandpaden. Een prachtig aan een boom vastgemaakt bord vroeg om je liefde te betuigen voor de man op blote voeten en geen rommel op straat te gooien. Desondanks zagen we genoeg kapot gegooide lege bierflessen van de simpele, altijd in groepen opererende amerikaanse pubers. Alles was vrij prijzig (15 dollar voor een uurtje internetten) en dus niet op de backpacker toegesneden. Een paradijs? Nee. Er was geen strand te bekennen. Op de split was een kunstmatig strandje aangelegd waar iedereen verbleef om te zonnen en in het water te staan. Dit was niet iets voor ons: wij zoeken de rust, stilte en het "alleen op de wereld gevoel". Zodoende zochten en vonden we wat. Een privé-steiger waar een boot aan lag. Na wat zon op de huid plonsden we in het werkelijk schitterende helderblauwe water om via het trapje weer op de steiger te komen.
Met onze snorkels trokken we er een paar keer op uit. Teleurgesteld constateerden we dat er weinig te zien was. Rondom het eiland had je voornamelijk zeegras waar geen vis zat en bij de split zag je niets vanwege de sterke stroming. Onze duikervaring werd uitgebreid met een duik in de Caraïbische zee. We stonden om 9.00 paraat bij "Frenchie's Diving". We kregen onze BCD en luchttank aangereikt om duikklaar te maken. Maar hoe zat dat ook alweer?! Na een half uur varen waren we in het "Hol Chan Marine Park"; een rif dat al 20 jaar als beschermd natuurgebied gold en waar het verboden terrein voor vissers was. Pipi had te weinig lood maar met wat extra gewichten kon hij naar de bodem afzakken. De Pipelori had moeite met het equalizen, maar ook dat ging na een paar minuten beter. We zwommen in een rustig tempo en zagen enorme grote vissen van minstens een meter. Voor de rest was het een beetje tegenvallend. Het koraal was veelal bruin en grijs gekleurd en ook waren er niet bijzonder veel vissen aanwezig voor een rif waar al 20 jaar niet meer gevist mag worden. Na een minuut of 40 waren we weer terug bij het beginpunt en klaar om naar de oppervlakte te gaan. We kregen toen wel een enorme traktatie: een haai van een meter of twee zwom rustig om ons heen!
Pipi had geen lucht meer en gaf het sein "out of air". De instructeur beval hem zo snel mogelijk zonder safetystop naar de oppervlakte te gaan. Hij zoog net zijn laatste restje zuurstof uit zijn tank toen hij het wateroppervlakte bereikte. De Pipelori was nog steeds enkele meters diep, en voelde zich al enkele minuten niet lekker. Ze was blij dat ze weldra in de boot zou zijn. Met moeite beklom ze de boot, en nam op de eerste zitgelegenheid plaats. Pipi nam plaats naast haar, en concludeerde dat ze een bloedneus had. Toen iedereen aan boord was, voerde de boot naar een ondieper gedeelte waar we konden snorkelen. Direct zwommen er een vijftal haaien om de boot. Pipi sprong enthousiast overboord maar helaas waren de haaien even snel weer vertrokken als dat ze gekomen waren. De Pipelori zag af van haar tweede duik en besloot misselijk in de boot te blijven. Ze hoorde van haar maatje dat ze niet veel gemist had. De misselijkheid kwam tot een toppunt en met drie ferme golven kotste de Pipelori haar maaginhoud overboord.
Na een min of meer tegenvallend weekje Caye Caulker busten we naar Guatamala. Onderweg trok het typische landschap van Belize aan ons voorbij. Over het algemeen was het groen maar de natuur was niet mooi. De meeste houten huizen waren in een slechte staat van onderhoude en stonden voornamelijk weg te rotten. Eenmaal de grens over veranderde de van rijkelijk veel en hoge drempels voorziene asfaltweg in een zandweg. De natuur was een enorm verschil met Belize. Het was hier nog groener en duidelijk meer berg- en jungle-achtig. Belize was vlakker, had weinig mooie natuur en er stonden veel meer huisjes. In Guatemala zag je kilometers lang geen enkel stulpje. Alleen maar natuur. De bus glibberde bij tijd en wijle van links naar rechts over het door de regen glad geworden zandweggetje. Voor de chauffeur was het een kunst om de zowel langs als op de weg lopende hondjes, paardjes en biggetjes te ontwijken. We waren op weg naar Tikal maar toen we met de bus door het prachtige, aan een meer (Lago de Peten) gelegen "El Remate" reden vroegen we chauffeur hier te stoppen. Dat deed hij en daar stonden we.
We scoorden een geweldig bungalowtje omgeven door de jungle en met een schitterend uitzicht op het meer. Je sliep er voor je gevoel in de open lucht. Onder het van palmbladeren gevlochten rieten dak stonden halfhoge witte kalkstenen muren met Maya-inscripties. Een deur was er niet; de opening in de muur gold als zodanig. De kamersleutel kon je dus nooit kwijtraken! El Remate was een klein plaatsje zonder bank of pinautomaat waar bijna geen toeristen waren. Bij een overjarige Texaanse cowboyhippie op een trike wisselden we daarom wat dollars tegen quetzals.
We bezochten Tikal, algemeen beschouwd als de grootste en mooiste Maya-ruïnes. Om 5.30 uur reden we er met een minibusje heen. Om 6.00 uur ging het junglepark open. We hoorden de geluiden uit de jungle: brulapen, kakatoe`s, boomkikkers en alle overige diertjes die meededen aan het concert. Een genot bij de ruïnes middenin de jungle. Zo vroeg was het nog mistig zodat de toppen van de bouwwerken mystiek verscholen in de lucht lagen. Minpunt was dat de batterijen van de camera al snel op waren. Voor het gemak had PiPi de reservebatterijen thuis in de oplader laten zitten. De vergelijking met de ruïnes in Palenque (Mexico, bezocht in 2005) drong zich op. Tikal was groter en je liep er dwars door de jungle. Palenque was kleiner en meer een open plaats waaraan de meeste ruïnes lagen. Deze waren in een betere conditie. Voor degenen die ooit nog eens deze kant op gaan: bezoek ze allebei en oordeel zelf!
Na twee lange reisdagen kwamen we in Nebaj, een dorpje op 1900 meter gelegen in de westelijke hooglanden van Guatamala. De "collectivo's" (minibusjes waar men 20 man in stapelt) voerden ons door een prachtig landschap van bergen begroeid met palmstruiken en bomen. Guatemala is zo ongelofelijk mooi! Nebaj lag in de bergen, ver weg van de meeste invloeden van de moderne cultuur. Alleen de mobiele telefoon kende men hier. Maar waar kent men die niet? De eerste indruk was overweldigend: de vrouwen liepen in de meest prachtige traditionele kledij terwijl de mannen met cowboyhoeden en meestal in rode jasjes rond flaneerden. De kinderwagen kende men hier niet: baby`s en kleine kinderen worden op de rug van moeders gedragen in prachtige kleurrijke doeken.
De aangeboden kamers van rond de 130 quetzal (€ 13) vonden we het geld niet waard. We vonden uiteindelijk een kamertje dat tegen 50 quetzal aantrekkelijk was voor ons als budgetreizigers. Voor 5 euro sliepen we in een kale kamer op een eenpersoonsbed met oude, naar beneden gelopen opgedroogde rochels tegen de muren! Door de openstaande deur zagen we dat de enige, door 16 personen gedeelde, wc onder de spetterpoep zat. Het vriendelijke gastvrouwtje begon wel meteen met het poetsen van het schijthuis. Pipelori had liever een schoner en gezelliger verblijf gehad maar na een paar minuten zette ze zich er overheen.
Toevalligerwijs waren we precies in Nebaj voor de viering van de heilige maagd Maria, een festival waarvoor veel mensen uit de omliggende streken hierheen komen. Het duurde van 12 t/m 15 augustus en het was een gezellige drukte met veel eetstalletjes waar we maïskolven, kroepoek, rijstepap, tortilla's, pizzapunten en gefrituurde kip met bruine bonen en rijst aten. De kleine kermis stamde uit de oudheid. Bij het primitieve reuzerad stond een oude motor waaraan een kereltje zat die door middel van het intrappen van de pendalen het rad in beweging bracht. Een kleine draaimolen en een minireuzerad werden met de hand aangedraaid! Verder vermaakte de jeugd zich opperbest met spelletjes zoals knikkeren en tafelvoetbal. Een onderdeel van het festival was een kinderoptocht. De kids kwamen uit de diverse omliggende dorpen en paradeerden in de aldaar geldende kledingstijl. Pipi stond vooraan om foto's te maken. De kinderen waren zo geobsedeerd door deze buitenaardse verschijning dat ze hem aan stonden te staren en aangespoord moesten worden om weer door te lopen! Kijk ook naar een korte impressive van het festival op onze eerste, door de Pipelori aangekondigde, video!
Hele dagen genoten we van de drukte. We hingen meestal op het grote centrale plein om stiekem foto's van mensen te maken. We hadden diverse malen gevraagd of we van mensen foto's mochten maken maar we kregen steevast nul op rekest. Dan maar stiekem!
Wordt vervolgd...
Een zeer krachtige hurricane had het eiland in 1961 opgedeeld in twee stukken. Beide delen werden gescheiden door "the split", een geul van 25 meter breed waar een zeer sterke stroming stond. Het zuidereiland, 200 meter breed, was ingericht voor toerisme. Op het eerste gezicht zag het er aardig uit. Navraag op het eiland leerde dat er nauwelijks budgetaccommodatie was. Sepp bood ons aan om zijn huisje te betrekken. Hij trok bij zijn broer en een vriend in die ook op Caye Caulker waren. Het huisje was voorzien van een keukentje en een gammel badkamertje. We betaalden een week vooruit en sliepen voor omgerekend € 18,50 per nacht. Niet bepaald budget (bijna tweederde van ons dagbudget in Azië) maar wel het goedkoopste wat we konden krijgen. In de keuken bereidde de Pipelori onze eigen maaltijden en zo konden we toch binnen het budget blijven.
Het eiland bleek werkelijk volgebouwd met de typisch caraïbische gekleurde huisjes op palen waarvan er aardig wat aan de redelijk massaal aanwezige toeristen verhuurd werden. Backpackers? Nee. Iedereen kwam wel met een rugzak naar het eiland waar men een week uitblies na de tweewekelijkse georganiseerde reis door Mexico en Guatemala. Laidback? Tot op zekere hoogte wel. Er reden geen auto's en er waren geen geasfalteerde wegen. De golfkar was het uitgelezen vervoermiddel voor luie toeristen. Wij liepen blootvoets over de zandpaden. Een prachtig aan een boom vastgemaakt bord vroeg om je liefde te betuigen voor de man op blote voeten en geen rommel op straat te gooien. Desondanks zagen we genoeg kapot gegooide lege bierflessen van de simpele, altijd in groepen opererende amerikaanse pubers. Alles was vrij prijzig (15 dollar voor een uurtje internetten) en dus niet op de backpacker toegesneden. Een paradijs? Nee. Er was geen strand te bekennen. Op de split was een kunstmatig strandje aangelegd waar iedereen verbleef om te zonnen en in het water te staan. Dit was niet iets voor ons: wij zoeken de rust, stilte en het "alleen op de wereld gevoel". Zodoende zochten en vonden we wat. Een privé-steiger waar een boot aan lag. Na wat zon op de huid plonsden we in het werkelijk schitterende helderblauwe water om via het trapje weer op de steiger te komen.
Met onze snorkels trokken we er een paar keer op uit. Teleurgesteld constateerden we dat er weinig te zien was. Rondom het eiland had je voornamelijk zeegras waar geen vis zat en bij de split zag je niets vanwege de sterke stroming. Onze duikervaring werd uitgebreid met een duik in de Caraïbische zee. We stonden om 9.00 paraat bij "Frenchie's Diving". We kregen onze BCD en luchttank aangereikt om duikklaar te maken. Maar hoe zat dat ook alweer?! Na een half uur varen waren we in het "Hol Chan Marine Park"; een rif dat al 20 jaar als beschermd natuurgebied gold en waar het verboden terrein voor vissers was. Pipi had te weinig lood maar met wat extra gewichten kon hij naar de bodem afzakken. De Pipelori had moeite met het equalizen, maar ook dat ging na een paar minuten beter. We zwommen in een rustig tempo en zagen enorme grote vissen van minstens een meter. Voor de rest was het een beetje tegenvallend. Het koraal was veelal bruin en grijs gekleurd en ook waren er niet bijzonder veel vissen aanwezig voor een rif waar al 20 jaar niet meer gevist mag worden. Na een minuut of 40 waren we weer terug bij het beginpunt en klaar om naar de oppervlakte te gaan. We kregen toen wel een enorme traktatie: een haai van een meter of twee zwom rustig om ons heen!
Pipi had geen lucht meer en gaf het sein "out of air". De instructeur beval hem zo snel mogelijk zonder safetystop naar de oppervlakte te gaan. Hij zoog net zijn laatste restje zuurstof uit zijn tank toen hij het wateroppervlakte bereikte. De Pipelori was nog steeds enkele meters diep, en voelde zich al enkele minuten niet lekker. Ze was blij dat ze weldra in de boot zou zijn. Met moeite beklom ze de boot, en nam op de eerste zitgelegenheid plaats. Pipi nam plaats naast haar, en concludeerde dat ze een bloedneus had. Toen iedereen aan boord was, voerde de boot naar een ondieper gedeelte waar we konden snorkelen. Direct zwommen er een vijftal haaien om de boot. Pipi sprong enthousiast overboord maar helaas waren de haaien even snel weer vertrokken als dat ze gekomen waren. De Pipelori zag af van haar tweede duik en besloot misselijk in de boot te blijven. Ze hoorde van haar maatje dat ze niet veel gemist had. De misselijkheid kwam tot een toppunt en met drie ferme golven kotste de Pipelori haar maaginhoud overboord.
Na een min of meer tegenvallend weekje Caye Caulker busten we naar Guatamala. Onderweg trok het typische landschap van Belize aan ons voorbij. Over het algemeen was het groen maar de natuur was niet mooi. De meeste houten huizen waren in een slechte staat van onderhoude en stonden voornamelijk weg te rotten. Eenmaal de grens over veranderde de van rijkelijk veel en hoge drempels voorziene asfaltweg in een zandweg. De natuur was een enorm verschil met Belize. Het was hier nog groener en duidelijk meer berg- en jungle-achtig. Belize was vlakker, had weinig mooie natuur en er stonden veel meer huisjes. In Guatemala zag je kilometers lang geen enkel stulpje. Alleen maar natuur. De bus glibberde bij tijd en wijle van links naar rechts over het door de regen glad geworden zandweggetje. Voor de chauffeur was het een kunst om de zowel langs als op de weg lopende hondjes, paardjes en biggetjes te ontwijken. We waren op weg naar Tikal maar toen we met de bus door het prachtige, aan een meer (Lago de Peten) gelegen "El Remate" reden vroegen we chauffeur hier te stoppen. Dat deed hij en daar stonden we.
We scoorden een geweldig bungalowtje omgeven door de jungle en met een schitterend uitzicht op het meer. Je sliep er voor je gevoel in de open lucht. Onder het van palmbladeren gevlochten rieten dak stonden halfhoge witte kalkstenen muren met Maya-inscripties. Een deur was er niet; de opening in de muur gold als zodanig. De kamersleutel kon je dus nooit kwijtraken! El Remate was een klein plaatsje zonder bank of pinautomaat waar bijna geen toeristen waren. Bij een overjarige Texaanse cowboyhippie op een trike wisselden we daarom wat dollars tegen quetzals.
We bezochten Tikal, algemeen beschouwd als de grootste en mooiste Maya-ruïnes. Om 5.30 uur reden we er met een minibusje heen. Om 6.00 uur ging het junglepark open. We hoorden de geluiden uit de jungle: brulapen, kakatoe`s, boomkikkers en alle overige diertjes die meededen aan het concert. Een genot bij de ruïnes middenin de jungle. Zo vroeg was het nog mistig zodat de toppen van de bouwwerken mystiek verscholen in de lucht lagen. Minpunt was dat de batterijen van de camera al snel op waren. Voor het gemak had PiPi de reservebatterijen thuis in de oplader laten zitten. De vergelijking met de ruïnes in Palenque (Mexico, bezocht in 2005) drong zich op. Tikal was groter en je liep er dwars door de jungle. Palenque was kleiner en meer een open plaats waaraan de meeste ruïnes lagen. Deze waren in een betere conditie. Voor degenen die ooit nog eens deze kant op gaan: bezoek ze allebei en oordeel zelf!
Na twee lange reisdagen kwamen we in Nebaj, een dorpje op 1900 meter gelegen in de westelijke hooglanden van Guatamala. De "collectivo's" (minibusjes waar men 20 man in stapelt) voerden ons door een prachtig landschap van bergen begroeid met palmstruiken en bomen. Guatemala is zo ongelofelijk mooi! Nebaj lag in de bergen, ver weg van de meeste invloeden van de moderne cultuur. Alleen de mobiele telefoon kende men hier. Maar waar kent men die niet? De eerste indruk was overweldigend: de vrouwen liepen in de meest prachtige traditionele kledij terwijl de mannen met cowboyhoeden en meestal in rode jasjes rond flaneerden. De kinderwagen kende men hier niet: baby`s en kleine kinderen worden op de rug van moeders gedragen in prachtige kleurrijke doeken.
De aangeboden kamers van rond de 130 quetzal (€ 13) vonden we het geld niet waard. We vonden uiteindelijk een kamertje dat tegen 50 quetzal aantrekkelijk was voor ons als budgetreizigers. Voor 5 euro sliepen we in een kale kamer op een eenpersoonsbed met oude, naar beneden gelopen opgedroogde rochels tegen de muren! Door de openstaande deur zagen we dat de enige, door 16 personen gedeelde, wc onder de spetterpoep zat. Het vriendelijke gastvrouwtje begon wel meteen met het poetsen van het schijthuis. Pipelori had liever een schoner en gezelliger verblijf gehad maar na een paar minuten zette ze zich er overheen.
Toevalligerwijs waren we precies in Nebaj voor de viering van de heilige maagd Maria, een festival waarvoor veel mensen uit de omliggende streken hierheen komen. Het duurde van 12 t/m 15 augustus en het was een gezellige drukte met veel eetstalletjes waar we maïskolven, kroepoek, rijstepap, tortilla's, pizzapunten en gefrituurde kip met bruine bonen en rijst aten. De kleine kermis stamde uit de oudheid. Bij het primitieve reuzerad stond een oude motor waaraan een kereltje zat die door middel van het intrappen van de pendalen het rad in beweging bracht. Een kleine draaimolen en een minireuzerad werden met de hand aangedraaid! Verder vermaakte de jeugd zich opperbest met spelletjes zoals knikkeren en tafelvoetbal. Een onderdeel van het festival was een kinderoptocht. De kids kwamen uit de diverse omliggende dorpen en paradeerden in de aldaar geldende kledingstijl. Pipi stond vooraan om foto's te maken. De kinderen waren zo geobsedeerd door deze buitenaardse verschijning dat ze hem aan stonden te staren en aangespoord moesten worden om weer door te lopen! Kijk ook naar een korte impressive van het festival op onze eerste, door de Pipelori aangekondigde, video!
Hele dagen genoten we van de drukte. We hingen meestal op het grote centrale plein om stiekem foto's van mensen te maken. We hadden diverse malen gevraagd of we van mensen foto's mochten maken maar we kregen steevast nul op rekest. Dan maar stiekem!
Wordt vervolgd...
-
16 Augustus 2007 - 19:30
Gerard-Diana-Manon:
Nou daar zat maar 2 uur tussen. Ik had net aan Gerard verteld waar jullie waren en nu kan ik daar het volgende aan toevoegen. Hij heeft dus heel wat te lezen vannacht na het werken.
Het was een heel leuk verhaal vooral van die haaien. Lijkt me wel erg eng hoor!!!
Wij wensen jullie nog veel plezier en tot de volgende keer.
PS. blijf schrijven he!!
Wij volgen jullie wel.
Groetjes van de Oude Bareel uit Rijsbergen.
-
29 Augustus 2007 - 09:12
Natasja:
Wauw ik ben even sprakeloos, dit is het wel denk ik dan. Wat ongelooflijk mooi allemaal....... was ik ook maar daar.
Laat jullie maar schuiven samen, have fun daar saampjes. en die foto's!!!!!!! -
13 September 2007 - 09:41
Ineke, Jaap & Kids:
Hoi lieve luitjes,
Heerlijk was het om na de vakantie gelijk iets van jullie te "horen" en te zien. Erg leuk hoor die video, wordt het voor ons ook niet zo saai alleen die foto's (hihi)! Wat een prachtige foto van jou Mirjam als 'pipelori op Caye Caulker'! Hier alles zijn 'gewone, saaie gangetje (maar daar hou ik gelukkig van). Blijven jullie maar lekker genieten en vooral doorgaan!!
Dikke knuf van Ineke en de rest XX -
02 Oktober 2007 - 20:14
Rinus En Nanny Vande:
Dit is wel even genieten, wat een prachtige foto's en leuk voor ons om te lezen hoe jullie het maken. Geweldig. Geniet er nog van.
Groetjes uit Etten-Leur van Rinus en Nanny van der Linden
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley